De overige onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen worden als volgt toegelicht.
Onroerende zaakbelasting (woningen en niet-woningen)
De onroerende zaakbelasting (OZB) is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. De OZB maakt onderdeel uit van de groep lokale heffingen (rioolheffing, OZB, afvalstoffenheffing, leges, parkeeropbrengsten, precariobelasting, hondenbelasting en toeristenbelasting) en genereert voor de gemeente Gouda binnen de lokale heffingen de op een na hoogste belastingopbrengst. De OZB kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen OZB worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).
Het tarief voor de heffing van de OZB wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van de Wet WOZ wordt vastgesteld. Voor het jaar 2020 werden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2019. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.
De opbrengst van de OZB wordt verantwoord op de taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet-woningen. Aan de lastenkant van deze taakvelden staan de kosten voor het innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling bezwaarschriften en de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ.
Parkeerbelastingen
Tot dit taakveld behoren de heffing en invordering van parkeerbelasting, de opbrengsten van parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit boetes. In Gouda zorgen met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad en de stationsparkeergarage voor jaarlijkse inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.
Overige belastingen
Tot dit taakveld behoren overige gemeentelijke belastingen, zoals de precariobelasting en de hondenbelasting. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De hoogte van de uitkering wordt bepaald op basis van objectieve maatstaven zoals bij voorbeeld het aantal inwoners, de sociale en fysieke samenstelling van de gemeente en het aantal woonruimten.
Mede als gevolg van corona is sprake van een opvallend groot verschil tussen de oorspronkelijke raming in de primitieve begroting 2020 (€ 158 miljoen) en de werkelijke ontvangsten (€ 169 miljoen). Het college heeft de raad steeds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.
De decembercirculaire 2020 en enkele recente bijstellingen over voorgaande jaren konden niet meer verwerkt worden in een begrotingswijziging. Daardoor vallen de ontvangen middelen uiteindelijk € 1,3 miljoen hoger uit dan geraamd bij de laatste begrotingswijziging.
Binnen dit taakveld komt de post voor onvoorziene uitgaven algemeen aan de orde en ook de overige stelposten. Op dit taakveld staan ook de loonkosten voor bovenformatief personeel dat niet meer aan het werk is en de lasten en baten van gedetacheerd personeel.
Onvoorziene uitgaven
Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Gebruik ervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. In de primitieve begroting was een bedrag van € 151.000 opgenomen. Dit bedrag is ingezet bij de 2e begrotingswijziging 2020 ter dekking van de coronakosten en daarmee afgeraamd naar nul.
Stelposten
De gemeente Gouda had in de primitieve begroting 2020 voor € 156.000 aan (stel)posten opgenomen voor taakmutaties binnen de uitkering uit het Gemeentefonds. Per saldo is het bedrag in de loop van het jaar toegenomen met € 251.000 tot € 407.000. Dit laatste bedrag valt vrij in het rekeningsaldo.
Niet-actieven
De aanspraken voor niet-actieven zijn lager uitgevallen dan geraamd (€ 179.000).
Gedetacheerd personeel
De gemeente Gouda heeft extra inkomsten ontvangen als gevolg van het detacheren van personeel. Daarnaast stonden er meer salarislasten tegenover dan begroot.
In 2020 heeft de gemeente Gouda een inventarisatie van het financieel resultaat 2019 uitgevoerd, waarbij de gemeentelijke activiteiten zijn beoordeeld op VPB-plicht.
In totaal is van 38 clusters bepaald of ze door de ondernemersport komen voor de VPB en zo ja, wat het fiscaal resultaat is. Uit deze analyse blijkt dat alleen de clusters Parkeergarage, Straatparkeren en kermis door de ondernemerspoort gaan. Bovendien heeft de Belastingdienst aangegeven dat de concessie van reclameborden ook onder de VPB-plicht valt. Daarbij geldt het volgende:
De optelsom van de clusterresultaten die door de ondernemerspoort gaan, gaat resulteren in een aangifte van € 256.000 bij de belastingdienst over 2019. Dit resulteert in een VPB-druk 2019 van ongeveer € 52.000.
Voor 2020 wordt een VPB-druk van ongeveer € 34.000 verwacht.
De gemeente Gouda heeft van de Belastingdienst naheffingsaanslagen opgelegd gekregen voor de concessie reclameborden voor de jaren 2016, 2017 en 2018. Hiertegen is bezwaar aangetekend. Enkele gemeenten zijn een gerechtelijke procedure gestart inzake deze casus, maar deze uitspraak kan nog wel jaren op zich laten wachten. Voor toekomstige aanslagen inzake de concessie reclameborden zal ook bezwaar worden aangetekend. In de tussentijd gaat de gemeente Gouda verkennen op welke wijze de gemeente Gouda aan kan sluiten bij de lopende beroepsprocedures.